TPRS – Stap 2 – techniek 17 – Drie locaties – de lespraktijk
Vandaag van TPRS Stap 2, techniek 17, Drie locaties, de lespraktijk.
In de les komen we inderdaad niet vaak aan drie locaties toe. Soms maken we een vervolgverhaal, waardoor we wel drie locaties krijgen en vaak komen die drie locaties wel bij het lezen aan bod.
Overigens hoef je die drie locaties niet alleen als ruimtelijke locaties op te vatten. Je kunt het ook zien als situaties of gebeurtenissen. Jim Tripp schrijft erover in Tripp’s scripts: “Elk verhaalscript heeft 3 paragrafen. Paragraaf 1 & 2 zijn qua inhoud bijna hetzelfde, de 2e is een echo van de eerste. De 3e heeft meer een open einde – hij begint als 1 & 2, maar heeft dan een onverwachte twist.” Zoals je bij sprookjes ook vaak iets in drieën hebt (drie broers, drie beproevingen etc.) zo kun je dat ook in je verhaal toepassen. Bij locatie of situatie 1 en 2 is er een ‘probleem’ en bij locatie of situatie 3 wordt dat opgelost. Maar het geeft dus niet als je de drie niet haalt. Voor de herhaling is het wel heel mooi als het lukt, maar als je al op andere manieren veel herhaling krijgt en veel begrijpelijke input, waarom zou je dan iets dan gaan forceren?!
Afgelopen maandag mocht ik bij een collega NT2 (Nederlands als Tweede Taal) een lesje TPR en TPRS verzorgen aan een leuke nieuwe groep NT2- cursisten. Ik wilde wel eens ervaren hoe het is als je niet met vertaling kunt werken. De groep bestond uit een aantal jonge Polen, een Hongaar, een Griek en een Amerikaanse (het lijkt wel een mop: een Griek, een Pool en een Turk waren …).. Helaas voor mij spraken ze ook allemaal Engels, dus nu kon ik niet ervaren hoe het is als ik niet met vertaling kan werken. Maar gelukkig voor hen, kon ik wél met vertaling werken, daarover straks meer. De Amerikaanse zat nog half met een jetlag en was dus een echte beginner. De anderen konden allemaal al wel wat Nederlands, maar de Amerikaanse kon goed meekomen, dankzij de Engelse vertaling. NB, ik sprak amper Engels, maar de vertaling konden ze lezen omdat die op het bord hing op postertjes of schreef hem op en ik maakte tekeningetjes erbij. (Stom, vergeten er een foto van te maken! Zo handig die mobiels van tegenwoordig!) Zonder dat ik er geforceerd naartoe heb gewerkt, kregen we zowaar drie locaties. De leestekst na afloop had ook drie locaties en die konden ze heel goed volgen. De structuren waren:
- … is in …
- … houdt van …
- … wil … hebben
- … loopt naar …
Het verhaaltje werd: Marta (een Poolse uit de groep) is in Ermelo. Marta houdt van de zon. Marta wil vakantie hebben. Marta loopt naar het bos in Putten. Daar is geen vakantie. Marta loopt naar de chef. De chef wil geen vakantie geven. Marta is triest. Marta loopt naar huis.
Omdat ik natuurlijk geen docente Nederlands ben, was het voor mij verrassend om te merken, dat wij in het Nederlands vragen: “Waar houdt Marta van?” En dat we dan dus eigenlijk een vraagwoord gebruiken dat naar een plaats verwijst (waar?). De Fransen vragen: Qu’est-ce qu’elle aime? De Engelsen “What does she like? ” En dat is eigenlijk veel logischer dan wat wij in het Nederlands doen en er was ook heel kort wat verwarring over het vraagwoord ‘waar’ bij de cursisten, wat mij verraste, maar wat ik wel snapte.
Het groepje heeft heel actief meegedaan, ook met de TPR. Ik begon met het TPR gedeelte en ze vonden dat helemaal niet gek of gênant. Ik kreeg de indruk dat ze het juist wel leuk vonden om zo even met elkaar in actie te komen. Ik heb ze gevraagd hoe ze het vonden om zo taal te leren en ze gaven aan heel tevreden te zijn en de Hongaar gaf ook aan dat hij het zo fijn vond dat hij alles had begrepen. Ik had A3 postertjes gemaakt met de vraagwoorden en de structuren en ik had voor de zekerheid de Engelse vertaling ook op A3 postertjes gezet en het toeval wilde dat die bij dit groepje ook door iedereen begrepen werden. Ze waren heel tevreden over de les. De volgende ochtend werd ik al door een buitenlander gebeld, die zocht Nederlandse les voor zijn recent aangekomen vrouw! Ik heb verwezen naar mijn collega. Die trouwens een TPRS training gevolgd heeft en nu misschien na mijn voordoen en de enthousiaste reacties van de cursisten er wat meer mee durft te gaan doen. Want dat is nodig bij TPRS: breng het in je lessen in de praktijk en leer van hoe het gaat. Geniet van wat goed gaat en pas aan waar je tegenaan loopt.
Gisteren gaf ik tijdens een TPR & TPRS training een demonstratie van een TPR & TPRS-les aan ‘echte’ NT2 cursisten. Van die cursisten sprak niet iedereen Engels en dan merk je dat je dus veel meer met gebaren en tekeningetjes moet doen. Het scheelde wel dat dit groepje A1 niveau had, dus ze hadden al enige basis. Ook daar lukten de drie locaties wel, maar ik ben behoorlijk snel gegaan, té snel voor de barometer… Ook merkte ik achteraf, dat ik het werkwoord bij twee structuren was vergeten te cirkelen. Deze groep maakte het verhaal: Bashi is in Tilburg. Bashi houdt van voetbal en van auto’s. Bashi wil een auto hebben. Bashi wil een kleine, blauwe Nissan auto hebben en Asha wil een grote rode auto hebben. Bashi gaat naar huis. Daar is geen auto. Bashi gaat naar … (de naam van het instituut waar we waren). Daar is geen kleine blauwe auto. Bashi gaat naar de Nissan garage. En daar zijn we vanwege de tijd gestopt. (Grappig: Asha was een traditioneel gesluierde en gekleedde moslimvrouw en toen ik haar vroeg of ze een kleine of een grote auto wilde hebben, zag ik dat ze eerst ‘kleine’ wilde zeggen, meer een sociaal wenselijk antwoord, maar toen kwam er een stralende lach en ze wilde toch wel graag een grote auto hebben! De groep gaf aan het gemakkelijk te vinden, maar de zin : ‘Bashi wil een kleine blauwe auto hebben’ beantwoordden ze toch niet allemaal met de juiste volgorde, dus daar ben ik toen nog weer verder mee gaan cirkelen. Het was heel leuk om te doen en ik kreeg terug van de observerende collega’s dat ze het leuk vonden om te zien dat de cursisten zo actief en betrokken waren en zo graag antwoorden wilden geven. De cursisten gaven aan het leuk te vinden en een aantal waren geloof ik teleurgesteld dat we al stopten. Bashi kwam mij nog uitgebreid bedanken en mijn hand schudden.
Als laatste wil ik nog even iets zeggen over de snelheid bij de demonstratie. Het is niet zo dat ik aan het jagen ben geweest om de drie locaties te halen, maar ik wilde de collega’s wel veel laten zien aan mogelijkheden, maar daardoor heb ik de zo belangrijke ‘langzaam-techniek’ niet laten zien. Met de demo Berber aan de docenten zelf ben ik wel langzaam gegaan; de barometer gaf aan dat het voor hem nog wel snel ging, maar hij haakte toch niet af, omdat het antwoord steeds weer herhaald werd. Ook hier drie locaties, die voor veel herhaling zorgden. Het is altijd weer een eye-opener, om TPRS te ervaren via een taal die je totaal niet kent en zo te voelen wat een beginner in een andere taal ervaart, vooral als er helemaal geen aanknopingspunten zijn naar je eigen taal.
De afbeelding is afkomstig van de website : http://cultuurgids.avro.nl/front/detailkunst.html?item=8222747