Sing me the creation

Sing_me_the_creation_Paul_MatthewsEen paar weken geleden kreeg ik van een collega een boek te leen: Sing me the creation, a creative writing sourcebook van Paul Matthews. Achterop het boek staat te lezen dat het boek meer dan 300 serieuze en gekke oefeningen bevat, waarmee je je fantasie kunt prikkelen om je te helpen bij het schrijven van verhalen en poëzie. De oefeningen zijn bedoeld om in groepswerk met volwassenen te doen, maar dat schooldocenten er ook veel nieuwe ideeën voor lessen in op kunnen doen en dat je er ook als individu veel uit kunt halen door het aan te passen aan je eigen behoeften.

Het boek is prima te gebruiken bij TPR Storytelling. Bij TPRS scheppen we met elkaar mondelinge verhalen. Ik type ze trouwens altijd meteen in mijn laptop en laat het verhaal met de beamer zien – dus worden het meteen schriftelijke verhalen.

Op bladzijde 8 van Sing me the creation schrijft Paul Matthews iets wat ik erg interessant vind en dat heel mooi aansluit bij TPRS en ook bij TPR; ik vertaal: “De structuur (en centrale verbeeldingskracht) van dit boek is gebaseerd op een grammaticaal feit – dat er vier soorten zinnen (sentence) zijn:

ZIN (statement)  – VRAAG  – UITROEP – COMMANDO

Alles wat we zeggen of schrijven is één van bovenstaande of iets herkenbaars ertussenin. Ze kunnen als volgt gekenmerkt worden: (tussen haakjes zet ik het verband met TPRS en TPR erachter)

ZIN  de handeling van het benoemen, beschrijven, definiëren van de toestand of waarheid van dingen (TPRS – het bevestigen van het antwoord op de gestelde vraag)

VRAAG taal tussen jou en mij; de dialoog (TPRS – het vragen van het verhaal)

UITROEP waar het innerlijke gevoel direct tot uitdrukking komt in taal (TPRS – in de dialogen, het tot uitdrukking brengen van emoties)

COMMANDO taal als vermogen en beweging, de wil in de wereld richtend (TPR – het letterlijk al doende aanleren van de taal )

bc8beb7c-3aaa-40bf-af76-b311f14b7f73_shutterstock_84945967(…) In de wiskunde vinden we het in de vier principes van optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, welke eerst grondig geoefend en begrepen moeten worden voordat iets anders mogelijk is. Het is hetzelfde bij taal, en op deze viervuldigheid is het boek in secties onderverdeeld. Maar eerst moeten we het geheel beschouwen.”

Op bladzijde 17 schrijft Paul Matthews dat het belangrijk is om het boek te zien als een kaart voor een reis en niet als een strikt na te leven systeem. Hij merkt op dat veel mensen zich bezorgd maken om de Aarde en de wonden van de aarde als die van henzelf ervaren, maar daarbij niet beseffen dat de taal ook bij deze eco-logie betrokken is (bij deze huis-logos; oikos = Grieks voor o.a. ‘huis(houding)’ logos = Grieks voor o.a. ‘woord’). Linguïstiek is een ‘objectieve’ wetenschap geworden en daardoor is het niet meer  acceptabel om naar taal te verwijzen als een levend organisme dat kan opbloeien of afsterven al naar gelang we voor haar zorgen.

Matthews geeft aan dat door te werken met deze vier zinstypen we dat schijnen te raken wat hij de levensstructuur van de taal noemt: ZIN  – VRAAG  – UITROEP – COMMANDO en dat dit de vier bronnen zijn die uit Eden stromen, terwijl ze waarheid, interesse, schoonheid, goedheid (levens-intensiverende deugden) meedragen naar ons omgaan met elkaar en met de wereld. En als we door een gebroken of onbeduidende wereld deze bronnen vervuilen, dat het dan geen twijfel lijdt dat de externe rivieren er ook vol van raken. (…) Deze woorden lijken wellicht wat zweverig, maar de 300 oefeningen zijn dat helemaal niet.

Verder geeft Matthews op bladzijde 6 de volgende Permissions; hij verleent de volgende dichterlijke vergunning :

  1. Je mag de regels breken van elke oefening die hier gegeven is
  2. Je mag, als de behoefte zich voordoet, ‘slecht’ taalgebruik hanteren, in het midden beginnen, je werk onaf laten etc.
  3. Je mag schrijven in samenwerking met je buurman/buurvrouw
  4. Je mag het werk van je buurman/buurvrouw kopiëren
  5. Je mag dwaas of betekenisloos zijn. Er is geen reden om diepzinnig of literair te zijn. “Absolute rotzooi” is toegestaan
  6. Je mag liegen, en overdrijven
  7. Je mag spreken tegen dingen en bloemen en vreemden en jezelf. Je mag voor ze spreken. Je mag spreken tegen God.
  8. Je mag persoonlijk en “subjectief” en sentimenteel zijn — een deelnemer en uitroeper net zo goed als een afstandelijke toeschouwer en verslaggever.
  9. Je mag genieten.

Afgezien van punt 1 t/m 4: Waar heb ik dit allemaal eerder gehoord? Everything is possible in (language) class! Alles is mogelijk in de Franse/Engelse/Duitse/Spaanse/Chinese/ Russische /etc etc les.

Ik zal hieronder een paar voorbeelden laten zien uit De zin en De vraag – bekijk  -en vooral DOE – de rest in het boek!

Uit: De zin: p. 20 – het benoemen, beschrijven, definiëren, of informatie geven van de toestand van dingen, het ideaal is om waarheidsgetrouw en duidelijk te benoemen – om correct en wijs te zijn.

p. 29 ; oefening 27 – Ga samen met iemand anders geblinddoekt een wandeling maken en laat je leiden door je partner. Als je terug bent beschrijf je samen je gedeelde indrukken.

p. 35 ; oefening 41; Schrijf een leugen en twee waarheden over jezelf op en laat de anderen raden welke de leugen is.

Paul_MatthewsUit: De vraag: p 66 – in het Engels staat er: Question, implies a quest – een antwoord vinden, iemand om ons te antwoorden. Zonder een vraag zijn we voor altijd afgesloten van het innerlijke leven van een ander. Door de juiste vraag stellen ontsluiten we mogelijkheden van expressie in de ander. Het is het begin van dialoog.

p 71, oefening 97 – Waarom zijn vraagtekens gevormd zoals ze zijn? Schrijf de antwoorden individueel op en vergelijk ze daarna met elkaar. Het is zeker niet voor niks dat het oor gelijkvormig is.

Paul Matthews is dichter en heeft creatief schrijven en gymnastiek gedoceerd bij het Emerson College in Forest Row, Sussex, Engeland. Hij reist, geeft workshops en draagt zijn gedichten voor en probeert nieuw leven in de oude Haard te blazen, waar taal tot leven komt tussen mensen. Hier kun je meer lezen over zijn achtergrond – in het Engels.

Het plaatje met de rekensymbolen komt van de website: http://www.zwijsenouders.nl/Artikel/Wat-leren-kinderen-bij-…-rekenen.htm

 

Wereldverteldag 20 maart 2014 – filmpjes

Wereldverteldag_2014werelverteldag_2014_logoElk jaar is het op 20 maart Wereldverteldag – ook was het dit jaar de tweede Internationale dag van Geluk en ook is 20 maart de dag van de macaron: Le jour du macaron. Nogal een drukke dag, zo rond die lente equinox!

Dit jaar waren “monsters en draken” het thema van de internationale verteldag. Op de Nederlandse site van Wereldverteldag  hebben ze allemaal filmpjes verzameld. Die kun je hier bekijken.

Hieronder een filmpje op vimeo in het Chinees Cultureel Centrum in Calgary in Canada

 

 

Festival voor de pet – 28, 29 30 maart Zwolle – verhalen

Watervalfestival_logofestivalvoordepetOp de site van de Hanzesteden staat te lezen bij evenementen: “Lente: een authentieke nomadentent op de mooiste plek van Zwolle, een romantisch theatertje op een schip, een vuur, verhalen en muziek. Festival Voor de Pet – op 28, 29 en 30 maart – is wat het is: alle artiesten staan te vertellen en te musiceren voor wat u in de pet doet. U geeft na de voorstelling wat het u waard is geweest, niets meer én niets minder.” Het programma vind je hier.

Ter overbrugging tot het Waterval Vertel Festival in juni organiseert De Verhalenboot elk seizoen een mini-festival onder de naam Voor de Pet. Het Internationaal Watervalvertelfestival is van 30 mei t/m 1 juni 2014 en wordt op het terrein bij en op De Verhalenboot in Zwolle gehouden.

De_Verhalenboot_Zwolle