Wat we van Paul Biegel’s tante Mathilde kunnen leren…

Brieven van de generaal - Paul Biegel & illustraties Elly van Beek

Onze AH in Ermelo had eerst in de koffiehoek een kast waarin iedereen leesboeken neer kon zetten en ook boeken mee kon nemen. Dat is een mooi belangeloos initiatief van een supermarkt in deze tijden van zware ontlezing! Tegenwoordig staat er een, zo te zien van afvalhout getimmerde, robuuste tafel waarop de boeken nu enigszins rommelig op stapels tegen een stelling aanliggen.

Ik liep gisteravond langs die tafel en mijn blik werd in die grote chaotische stapel direct getrokken door een boek dat er voor mijn – blijkbaar kennersoog – onmiddellijk uitsprong. Het bleek “De brieven van de generaal” te zijn, van Paul Biegel, geïllustreerd door Elly van Beek. Het enige boek van Paul Biegel dat we vroeger niet aan onze zoon voor hebben gelezen. Het was vast niet verkrijgbaar in de bieb… Ik wist niet van het bestaan af. Een parel gevonden!

Achterop staat te lezen: “Tante Mathilde is heel anders dan andere tantes. Van kinderen weet ze niets en ze geeft dat ook ruiterlijk toe. Wanneer de drie kinderen bij haar komen logeren krijgen ze de malste dingen te eten, mogen ze zo laat naar bed als ze zelf willen en de vlekken die ze in het tafelkleed maken worden iedere avond geteld. Wanneer het er honderd zijn, trakteert tante. (…) Iedere drie dagen ontvangt tante een brief van haar koene vriend de generaal die in een warm ver land speurt naar twee verdwenen ontdekkingsreizigers. Dan zijn er tante’s huismuizen waarvan er drie weg zeilen in een boot over het Tjeukemeer
En dan is er nog haar vogeltje Sijs, dat wil trouwen en op zoek gaat naar een vrouw, samen met zijn vriend dikke Mus.”

Nou ja, Paul Biegel kennende: voor mij zijn deze woorden al genoeg om mij in dit boek te willen gaan verliezen. Dus buiten de AH, bij mijn fiets, ben ik meteen de eerste bladzijden gaan lezen en heb daar hardop staan te schaterlachen. Met lichte tegenzin ben ik toen op mijn fiets gesprongen, om vervolgens snel naar huis te crossen, thuisgekomen de boodschappen snel van me af te gooien om gelijk verder te gaan lezen. Wat een fantasie! Wat een super grappig boek! Ik kon niet stoppen met lezen en een paar uur later had ik het, diverse keren weer hardop schaterend, uitgelezen.

Waarom vertel ik dit allemaal? Behalve dat ik iedereen die van lachen houd dit boek aan kan bevelen, wil ik ook laten weten dat die vreemde tante Mathilde in dit boek – uit 1977 N.B. – een aantal keren rake uitspraken over het Nederlandse onderwijs doet. Ik ga hieronder anderhalve bladzijde citeren, want helaas is het nog steeds actueel, wat die excentrieke tante Mathilde over het onderwijs te zeggen heeft:

Quote van pagina 75/76, hoofdstuk “Op reis, op reis” :

[Onderstaande dik gedrukte regels komen van mij. Daar kom ik straks nog op terug.]
‘Welnu Knevi,’ zei tante Mathilde, kauwend op een zuurtje, ‘hoe heb ik het met jou? Je zit in het kolenhok.’
‘Ikke tante?’
‘Je kijkt zo zwart.’
‘Maar ik zit niet in het kolenhok,’ zei Knevi, ‘ik zit aan tafel.’
‘Nee hoor, zei tante, ‘Je zit waar je denkt. En jij denkt niet aan tafel.’
‘Watte?’ zei Knevi.
‘Kinderen begrijpen niets,’ zei tante. ‘Dat komt door al die scholen. Er wordt teveel Hoogezand Sappemeer en Zuidbroek in jullie hersens gestopt. En dan ben je nooit waar je bent. In de klas zit je nooit in de klas, maar in een industrie gebied of bij Karel de Vijfde.’
‘Wat zegt u tante?’
‘Deden ze maar Karel de Zesde,’ zei tante.
‘Huh, ‘ riep Orian, ‘die bestaat niet eens.’
‘Daarom juist. Dan moet iedereen hem zelf verzinnen. Dan deden jullie nog wat..’
We moesten een beetje lachen om tante Mathilde, maar zelf bleef ze heel ernstig.
‘Knevi, ‘ zei ze, ‘kom uit je kolenhok en ga naar China.’
Knevi keek haar met grote ogen aan.
‘Vooruit,’ zei tante. ‘China. Hup.’
Knevi legde zijn servet neer en stond op.
‘Nee sufferd, niet met je benen. Met je hoofd.’
‘Hoe bedoelt u tante?’ vroeg Knevi.
‘Denken,’ zei ze. ‘Dat gaat toch veel vlugger.’
Knevi fronste zijn voorhoofd.
‘Ben je er haast?’ vroeg ze ongeduldig. ‘Ching kwang kau, vooruit, spreek Chinees.’
Knevi bracht geen woord uit.
‘Zie je wel,’ zei tante. ‘Niets geleerd op school.’
Maar Orion trok haar ooghoeken scheef. ‘Li dong po,’ riep ze. ‘Tau tang.’
‘Oa oa,’ antwoordde tante Mathilde en meteen zaten we met ons vieren op een zoele berghelling in China en spraken Chinees met elkaar.
‘Holland,’ vertelde tante in het Chinees, ‘is een heel vreemd land. Wisten jullie dat?’
‘Poe poe!’ riep wij.
‘Daar eten de mensen plakpudding.’
Dat woord kenden we niet.
‘Ik zal het laten zien,’ zei tante. Ze liep naar de keuken en kwam terug met een schaal waarop een dikke roze kwab lag te drillen.
‘Peh peh!’ riepen wij.
‘En weet je wat ze daarmee doen?’zei tante. ‘In Holland?’

Ja, als je wil weten hoe het verder gaat, dan moet je toch echt het boek zelf gaan lezen 😉

Waarom heb ik deze quote uit het boek gelicht? Die brieven van de generaal zijn toch veel leuker?! Of die avontuurlijke zeiltocht van de muizen?! Of Sijs op zoek naar een Sijs-vrouw?!

Op de site van Paul Biegel staat te lezen wat de schrijvende pers over dit boek zegt: “Alles bij elkaar heerlijke schilderachtige onzin.” [Reformatorisch Dagblad 26.05.1999]. Daarmee wordt dit boek zwaar tekort gedaan! Voor mij zegt het Reformatorisch Dagblad hiermee: fantasie = onzin. Het kan dan wel heerlijk & schilderachtig zijn, maar het is wel onzin… Met zelf een eigen bible belt achtergrond proef ik hierin: “Woeker met uw talenten en verspil niet teveel tijd aan zulke onzin als fantasie.” En dat is precies de gemiddelde trend die in het Nederlandse onderwijs ontstaan is: de fantasie is grotendeels verdwenen – en niet alleen in ons land…

N.B. Bij al deze generaliserende uitspraken van mij in dit stuk geldt uiteraard: wie de schoen past, trekke hem aan!

Wat ik tussen de regels door in tante Mathilde’s woorden lees : Paul Biegel zegt eigenlijk “in het onderwijs moet meer met fantasie worden gedaan, de fantasie wordt gedood en de hoofden worden gevuld met dode materie.”

Échte fantasie is bijna helemaal uit het onderwijs verdwenen en alleen nog bij “de kunstvakken” terug te vinden of bij dingen als “een opstel” schrijven. Zelfs de kleuters mogen in het regulier onderwijs niet eens meer écht spelen en ‘moeten’ al van alles voor hun ‘cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling’ waar je grote vraagtekens bij kunt zetten… De kunstvakken krijgen steeds minder uren, net zoals in de maatschappij de subsidies voor kunst- en cultuur geminimaliseerd zijn. Geld, zakelijk en efficiënt is wat de klok slaat en in het bijzonder veel gestandaardiseerd toetsen op alle fronten is de tendens. Hiermee is de menselijke maat steeds meer uit het onderwijs aan het verdwijnen en niet alleen daar, het is een trend die door de hele maatschappij waart. Van jong tot oud is over de grote linie zwaar verslaafd aan beeldschermen, wat ook de fantasie niet ten goede komt. Hoogstens die van de ontwerpers van games en televisieserie schrijvers en marketeers…

Terwijl alle scholen allemaal heel hard roepen:  “jij staat bij ons voorop, kom dus op onze leuke school!” – ik ga nu even heel erg generaliseren – zeggen ze in feite: “hoe meer leerlingen, hoe meer geld wij krijgen, dus kom vooral bij ons!” Want hoe ziet dat er exact uit “jij staat bij ons voorop”? Hoe persoonlijk is het onderwijs werkelijk?

Die ontmenselijking is iets waar we ons grote zorgen over moeten maken en een verschijnsel dat we een halt toe dienen te roepen. Want deze ontmenselijking schrijdt in onze maatschappij met rasse schreden  voorwaarts… Maar zoals ik al eerder schreef: “één persoon kan het verschil maken!” Jij bent degene die ervoor kan zorgen dat er verandering komt! In jouw lessen, met jouw leerlingen, in de lessen van jouw sectie, in de lessen op jouw school, met de leerlingen van jouw school.

Gelukkig zijn er nog steeds kleine bastions, te vergelijken met het dorpje van Asterix en Obelix, die dapper weerstand bieden. Sluit je daarbij aan! Dit soort fantasie en deze humor zoals in “De brieven van de generaal” – zie het dik gedrukte in de quote hiervoor – vind je ook terug in taallessen die worden gegeven met CCI – boeiende begrijpelijke input – waardoor er krachtige taalverwerving optreedt. Daarbij speelt ook mee dat de lessen sterk gepersonaliseerd worden: via CCI breng je de menselijke maat weer terug in de les en daarmee in het onderwijs, door échte aandacht en respect voor elkaar te hebben. En dat kan allemaal in de doeltaal. Hoe geweldig is dat?! Leerlingen verwerven een nieuwe taal door met elkaar bezig te zijn in de doeltaal, communicerend over onderwerpen die zij boeiend vinden, daarbij gestuurd door de docent die zorgt voor boeiende, begrijpelijke input, humor en een veilig klassenklimaat.

De huidige trend van de zogenaamde “leerpleinen” is funest voor het tweede taal onderwijs! Leerlingen kort instructie geven en ze vervolgens “achter een computer te schoppen”, al dan niet individueel of in groepjes, lijkt misschien heel modern onderwijs, maar is in feite hetzelfde als een geautomatiseerd boek, oftewel: oude wijn in nieuwe zakken. Of de leerlingen in groepjes al aan output te laten werken, terwijl ze de taal nog niet eens verworven hebben, lijkt misschien “werken aan 21e eeuwse vaardigheden”, maar heeft totaal geen zin voor taalverwerving…

Wat met grote urgentie in de directiekamers, bij lerarenopleidingen en bij MVT taaldocenten door dient te dringen is: “Taallessen kun je niet op dezelfde manier doceren als de zaakvakken.” Zie bijvoorbeeld wat de linguïst professor Bill Vanpatten hierover zegt in While We’re On the Topic: BVP on Language, Acquisition, and Classroom Practice: “Language is too abstract and complex to teach and learn explicitly. That is, language must be handled in the classroom differently from other subject matter (e.g., history, science, sociology) if the goal is communicative ability. This has profound consequences for how we organize language-teaching materials and approach the classroom.” 

Taallessen hebben te maken met communicatie, en laat – zeker voor pubers – de meest boeiende communicatie nou te gaan over… jezelf. Communicatie in de doeltaal dient wel begrijpelijk te zijn voor de leerlingen en daarom dient het krachtig docent gestuurd te zijn en daarom werken leerpleinen niet. En door bij de leerlingen persoonlijk aan te sluiten, kun je hen intrinsiek motiveren. Dat doe je niet door te werken met extrinsieke beloningen en – nog zoiets – ze alleen maar – excusez le mot – “cijfergeil” te maken, waardoor ze niet voor de inhoud gaan, maar alleen maar calculerende leerlingen en vervolgens calculerende burgers worden, waarmee de cirkel weer rond is: dat ontmenselijkt gigantisch, al die cijfers!

Ben jij het eens met tante Mathilde? Moet er weer meer fantasie in het onderwijs komen? Wil jij het verschil maken en daarom meer weten over CCI? Doe dan test 1!

Test 1 : Heb jij CCI genen? Doe de test!

Ben je al CCI docent? Werk je al met TPRS, Storylistening, TPR e.d., en wil je je er verder in  verdiepen? Wellicht is onze trainingenserie – met curriculum om in je lessen te gebruiken – iets voor jou. Als je al eerder trainingen gevolgd hebt, kun je later in het leerproces instappen, maar je kunt ook nog eens vanaf het begin herhalen.

Test 2: Trainingenserie iets voor jou? Doe de test!

1 persoon kan het verschil maken…

Ja, 1 persoon kan het verschil maken. Ware het niet dat ik in 2007 aan wijlen Guusje Groenen had gevraagd of TV5 niet een filmpje uit kon zenden over AIM (Accelerative Integrated Methodology) – een Canadese methodiek om taal te doceren, ontwikkeld door Wendy Maxwell – dan zou Wendy Maxwell niet de keynote speaker zijn geworden op het congres Frans in 2007. Want Guusje was niet alleen het boegbeeld van TV5 in Nederland, maar zij zat ook in de congres commissie van het congres Frans en zij was diep onder de indruk van dat filmpje over AIM en zij heeft direct contact met Wendy Maxwell gezocht. Als dat niet gebeurd was, dan zouden heel veel docenten Frans in Nederland dus geen kennis hebben genomen van AIM. In ieder geval zeker niet in 2007; misschien pas veel later, ooit… Inmiddels zijn er zo’n 80 scholen in Nederland die werken met AIM.

Hier een filmpje met uitleg en beelden over AIM (Engelstalig)

In 2007 was ik al een aantal jaren Frans aan het geven met TPR, Total Physical Response, een taal doceren vanuit bewegen. Klasssieke TPR bestaat uit het geven van “commando’s” in de doeltaal en de leerlingen doen mee met de gebaren, waarbij ze in het begin alleen maar bewegen en goed kijken en luisteren, maar nog niet praten. Dat werkte heel goed, maar op een dag liep ik toch tegen de grens van TPR aan, want een taal is meer dan commando’s. Ik had al vaak de term TPRS voorbij zien komen op internet, maar was er nog nooit verder naar gaan kijken. Ik dacht: laat ik dan nu toch maar eens gaan kijken wat dat TPRS toch is. En het bleek te staan voor “Teaching Proficiency through Reading and Storytelling” en in te houden: het doceren van andere talen via verhalen en lezen. Wat super interessant!

Ik ging op internet zoeken wie in Nederland werkten met TPRS, maar… er was helemaal niemand te vinden! Ik nam dus contact op met de Amerikanen: met Blaine Ray, de uitvinder van TPRS en co-auteur van Fluency through TPR Storytelling – achieving real language acquisition in school en met Ben Slavic, auteur van TPRS in a year! – TPRS in een jaar! En zij stuurden mij hun boeken en ik ging er mee experimenteren, maar dat was net zoiets als leren tennissen uit een boek.

Vervolgens heb ik Blaine Ray uitgenodigd om de allereerste TPRS workshops te geven in Nederland. Hij stuurde zijn zoon Von Ray naar de Landelijke Studiedag van Levende Talen, november 2007, toen nog in Zwolle. Ik kon zelf helaas niet eens bij zijn workshops zijn, omdat ik diverse TPR workshops moest geven in bomvolle zalen op diezelfde studiedag. Bij Von’s workshops waren niet heel veel mensen komen kijken. Maar van degenen die er waren, waren er een aantal, wier leven er nu totaal anders uit zou zien, als zij niet die dag naar Von’s workshop waren gekomen… en daarmee zouden eveneens de levens van heel veel andere docenten en hun leerlingen er anders uitgezien hebben…

Ja, 1 persoon kan het verschil maken! Voor heel veel andere mensen. Ik vind dat soms zelfs een angstaanjagend idee, dat ik in mijn eentje zoveel invloed kan hebben op de levensloop en het lot van mijn medemensen…

Waarom vertel ik dit allemaal?! Om te laten zien hoe geweldig ik ben?! Nee, verre van dat, ik vertel dit, omdat 1 persoon het verschil kan maken! Ook jij kunt het verschil maken: jij kunt zorgen dat jouw talensectie eens kritisch onder de loep gaat nemen hoe jullie les geven, jij kunt jouw directie ervan overtuigen dat je talen heel anders onderwijst dan de zaakvakken, jij kunt ervoor zorgen dat er bij jullie op school écht anders les gegeven kan worden in de moderne vreemde talen, zodat de leerlingen aan het einde van hun schoolcarrière écht kunnen communiceren in de doeltaal, omdat ze hebben leren denken in de doeltaal. Jij kunt ervoor zorgen, dat de leerlingen met plezier een andere taal leren en dat ze van lezen gaan houden en levenslange lezers en taalleerders worden.

Ja, EEN PERSOON kan het verschil maken! Maar… we kunnen dat niet ALLEEN, we hebben ELKAAR daarvoor nodig en het verschil maken begint bij JOU. Ben jij iemand die het verschil gaat maken? Zoek medestanders! Eentje heb je er al: ik!

Iets voor jou? Doe de test!
Wil je weten of op een andere manier les gaan geven wel bij je past?
Doe test 1: “Heb jij CCI genen?”
Wil je weten of onze trainingenserie bij jou past? Doe test 2.
Test 1 : Heb jij CCI genen? Doe de test!
Test 2: Trainingenserie iets voor jou? Doe de test!
Image from: https://www.brainyquote.com/quotes/barbara_mikulski_167665

Video

Alice & Alike in TPRS/CI Wonderland

(in English underneath the video) Zoals jullie hiervoor hebben kunnen lezen ben ik begin mei, voordat ik naar de tweedaagse Storylistening workshop in Erlangen ging, bij de familie van Alice Ayel langsgegaan. Alice Ayel is bekend van de leuke Franstalige filmpjes met tekeningetjes, waarmee je op een plezierige en effectieve manier Frans kunt leren.

Alice vroeg mij of ze mij (en français naturellement) mocht interviewen; dat vond ik een hele eer! We zijn haar studio ingedoken en hieronder staat het filmpje, dat door haar man Benjamin Bois gemaakt is. Ik hoop dat ik voor sommigen niet té snel praat… wel kun je meelezen via de ondertitels. Amusez-vous!

The beginning of May I was at the Storylistening workshop in Erlangen, Germany. Alice Ayel, well-known from her nice French (storylistening) videos and I traveled together to the workshop. Alice and her family live in Germany, and before traveling to Erlangen I stayed with the family of Alice and her husband Benjamin. (Benjamin makes the videos.) Alice asked me if she could interview me for her YouTube channel (en français naturellement) and I felt very honored. I hope I don’t speak too fast… but there are subtitles, so you can also read. Amusez-vous!