Mijn Sinterklaascadeau! How to tell a story

How_to_tell_a_story

How to tell a story – Daniel Nayeri and Brian Won

Net is mijn Sinterklaascadeautje thuisbezorgd door DPD! Wat is die Sint toch een moderne goedheiligman! En hij weet waar hij iemand blij mee kan maken.

Gelukkig heeft het lot mij toebedeeld met een ruime fantasie, maar Zoals Carol Gaab altijd al zegt: “Brains crave novelty”. Dit is weer een leuke tool om aan je CI/TPRS lessen toe te voegen, ter variatie, ter leringh ende vermaek en gewoon voor krachtige taalverwerving, met humor. Maar je kunt het ook gebruiken vóórdat je de les ingaat, bij het schrijven van leestekstjes, die aansluiten bij je doelstructuren.

Ik heb ook wel gewerkt met Rory’s storytelling cubes, maar dat is toch geen blijvertje geworden. Ik geloof dat ik deze dobbelstenen leuker vind. We zullen ze de komende tijd eens uit gaan proberen! Vooral als je klassen/groepen hebt waar niet zoveel uitkomt qua fantasie, kan dit een handige aanvulling zijn.

In de doos van plusminus 21×21 cm zitten 20 prachtige full-colour geïllustreerde dobbelstenen van 3,3 x 3,3 cm en een klein bijbehorend (Engelstalig) 144 pagina’s tellend boekje, tevens full colour. Alle plaatjes van de dobbelstenen staan ook op de binnenkant van de voor- en achterkaft en op het eerste en laatste blad, met de namen erbij geschreven. Vooral voor de plaatjes met de emoties is dat wel handig, alhoewel je er natuurlijk altijd je eigen slinger aan kunt geven.  

Het boekje gidst door de principes van creatief verhalen maken. Je vindt er de essentiële onderdelen zoals “problemen” : van die dingen waar niemand in het echte leven van houdt, maar zonder welke geen enkel verhaal een aanvang zou kunnen nemen maar natuurlijk ook: personnages, motieven, dialogen, thema’s en uiteraard de climax. Als je door het boek bladert, word je stapsgewijs door allerlei verhaalmogelijkheden geleid. 

De blokken zijn gecodeerd met kleuren, elke kleur heeft losjes te maken met: mensen of dieren (rood/cirkel), dingen (blauw/ vierkant). Leuk! Ik vraag altijd aan het begin, als we een verhaal gaan maken: “Was er een mens, een dier of een ding?” En dan vis ik net zo lang tot er opeens een verhaal op begint te doemen. Andere kleuren: oranje/driehoek = plaatsen, geel/druppelvorm = beschrijving emoties, groen/pijl = acties, paars/hart = relaties. 

Een voorbeeld op pagina 10: “Roll 20 blokken en pak 1 rode cirkel en 1 blauw vierkant. Vertel nu een verhaal met “rode cirkel” als hoofdpersoon die niets liever wil dan een “blauw vierkant” te hebben. [Zie je hier Terry’s Super Seven?! AL] Het verhaal zou op deze manier kunnen gaan over een galante ridder die op zoek gaat naar een prijswinnende taco; of over een jonge bibliotheekmedewerker die zijn eigen vuurtoren wil hebben.”

De auteur drukt op het hart: de kleuren zijn richtlijnen, maak er geen gevangenis van! Als je van een “blauw vierkant” een hoofdpersoon wilt maken: gewoon doen! 

Daniel heeft allerlei interessante oefeningen voor “workouts” in zijn “imaginasium”.

Het enige wat ik mis, is een index: daar blinken de Amerikanen niet in uit, in indexen in hun boeken… Ik heb dus zelf even een overzichtje gemaakt: want er is zeker overzicht! Aan het eind van elk hoofdstukje vind je “So what have we learned?” = pagina’s 38, 60, 83, 103, 128, 139. Daarachter staan dan altijd 1 à 3 pagina’s met “prompts”: zinnetjes die je kunt gebruiken om een start te maken of verder te gaan met een verhaal: pagina’s 39-41, 61-63, 84-85, 104-105, 129, 140. En na de prompts staan er een aantal spellen van 1 à 2 tot 4 à 5 spelers: pagina’s 42, 64, 86, 106, 130. De spellen zijn output gericht. 

Happy rolling! “And that’s when the magic starts to happen!”